De transistorradio die in de jaren zestig heel Nederland veroverde is te zien in het nieuwe NXP-museum. foto’s Leo IJsvelt
Van zand tot chip in het museum van NXP
NIJMEGEN – NXP Semiconductors staat niet langer met de rug naar de stad. De nieuwste troef in de openheid is het NXP-museum dat donderdag is geopend: van zand tot chip. Het museum toont het productieproces en de talloze toepassingen van chips. Redactie 04-11-08, 23:19 Laatste update: 05-04-17, 06:19 Bron: degelderlander
Het gewone volk droeg een blauwe overall. De onderbaas was herkenbaar
aan een blauwe stofjas, de baas had een gele jas en de afdelingschef had
een witte jas. Alles was hiërarchie bij Philips Semiconductors. Als de
vrouwen ’s maandags de was te drogen hingen, kon je in de
Edelstenenbuurt waar de Philipswerknemers woonden zien waar de bazen
woonden en waar het werkvolk.
Toch gold Philips Nijmegen binnen
het concern als buitenissig, eigenwijs en creatief. De medewerkers van
het enorme bedrijf aan de Tarweweg voelden zich onmiskenbaar prettig in
de grote Philipsfamilie. Maar anders dan Eindhoven. “Het zal te maken
hebben met ons productieproces”, zegt Theo Merkes. ” Hier was alles
creativiteit en slimmigheid. Merkes is event manager van NXP, in
Nijmegen de opvolger van Philips, en is onder andere belast met de
organisatie rondom de nieuwste aanwinst van het bedrijf: het museum.
Weliswaar een museumpje. Maar wel een wonderlijk geheel van oude en
moderne spullen. Die laten prachtig zien hoe het productieproces van
Philips en later NXP steeds verder verfijnt.
Pronkstuk is de
allereerste transistorradio. Het vierkante onaanzienlijke doosje is in
1956 bij zijn bezoek aan Nijmegen aangeboden aan de grote generaal
Montgomery van de geallieerde Britse legers in de Tweede Wereldoorlog.
Het kastje staat in een van de vitrinekasten in het museum.
Gepensioneerd
medewerker Richard Binnendijk heeft de hand gehad in de inrichting van
het museum. “Het meeste hebben we gekregen van gepensioneerden. We
hadden zo veel dat we hebben moeten schrappen. Je moet niet alles willen
laten zien. Dan raakt de bezoeker het overzicht kwijt.”
Links in
de hal staan de vitrinekasten met de talloze toepassingen van
halfgeleiders: vanaf de allereerste transistorradio tot aan ultramoderne
mobiele telefoon.
Treffend is uitgebeeld datgene waar NXP goed
in is: alles kleiner en beter en sneller maken. “Dat is waar we hier de
hele dag mee bezig zijn” , zegt Merkes. Hij wijst op een enorme
televisie die aan de achterkant is opengewerkt. Het interieur laat een
ongelooflijke hoeveel platen zien waarop een enorme hoeveelheid
transistoren is gesoldeerd. Daarnaast ligt een printplaatje. “Dat
plaatje kan evenveel als alle transistoren in die televisie.” En om het
geheel compleet te maken: de moderne televisietoestellen hebben één
chip. Die kan hetzelfde als het enorme interieur van de tv-kast.
Met
de permanente expositie wil NXP aantonen dat de intrede van de chip de
wereld heeft veranderd. “Meer dan dat. Zonder chips zou elke auto
vijftig kilo zwaarder zijn dan nu. Reken maar eens uit wat voor een
besparing aan brandstof dat oplevert.” Vitrines verderop tonen het
ingewikkelde maar indrukwekkende productieproces ‘van zand tot chip’.
Zand is namelijk het basisbestanddeel van de chip.
Ander
pronkstuk is het kantoortje dat stamt uit 1953, het oprichtingsjaar van
Philips, compleet met typemachines, ordners en stofjassen. “Vinden we
een aardigheidje”, aldus Merkes. “Maar we willen vermijden dat ons
museum een stoffig geheel wordt met alleen maar oude dingen.”
NXP hoopt dat veel jongelui komen kijken; scholen zijn van harte welkom.
Binnendijk: “We kunnen laten zien dat techniek niet vies is en dat
werken in techniek ongelooflijk creatief is.”
Een Philips-kantoortje anno 1953. Museummedewerker Richard Binnendijk heeft de stofjas aangetrokken.